Een moeilijke weg

vervolg van "Te laat en toch niet te laat"

IK ben in mijn vorig verhaal geëindigd bij mijn vertrek uit het huis van Arash en zijn ouders. We gaan nog even verder.

Een week later ging ik er weer heen. Altijd op een tijd dat of Arash of hun dochtertje er was om te tolken. Het meisje zat op een Nederlandse school en was daar de beste in taal. 

Ze wilde arts worden. 
De ouders vertelden over hun leven in hun mooie land. Zij was onderwijzeres geweest, maar met de komst van de Taliban was dat verboden. Haar ouders hadden grote landerijen gehad in het gebied waar het paradijs gelegen moet hebben. Men noemde dat : “De zoete aarde”. De vruchten die er rijk en uitbundig groeiden waren bijzonder zoet en heerlijk van smaak. Met ogen vol heimwee vertelde ze er over. Ze vertelde dat ze niet wisten waar hun oudste zoon was, waar hun schoondochter was… Ze wisten niet of het kindje dat ze verwachtte, wel levend geboren zou zijn. 
Ze had ook grote zorgen om de meisjes van haar broers, als die kinderen niet met 12 jaar getrouwd waren, werden ze aan oude mannen tot vrouw gegeven . Ze huilde als ze die zorgen aan me toe vertrouwde, ze wist hoe hard en genadeloos het leven was geworden met de komst van de Taliban. Verdriet en zorgen…. ze ging er diep door gebukt. Ik zei haar op een keer dat ik voor hen bad. Er straalde een sprankje hoop in haar ogen.

Het was altijd heel bijzonder om bij hen te zijn. 
We dronken thee en er was altijd een bordje met Mariakoekjes, “Neemt u alstublieft, toe neem”. Hun hartelijkheid deed weldadig en Oosters aan. Ik vertelde over het leven in ons land. Ze luisterden met grote interesse. 
Op een dag nodigde ze me uit om samen met mijn man te komen eten op zondagavond. Uit de kerk gingen we er heen. De begroeting was heel hartelijk, tafel was gedekt. De vader vroeg Jan om te bidden. Jan zei: “Maar ik bid wel in de Naam van Jezus”. “Natuurlijk”! zei hij. We aten hun eten uit Afghanistan, verrukkelijk. Leerden hun eetmanieren kennen. We proefden de liefde voor ons. 
Jan nodigde hen als gezin uit om ons te bezoeken. 
Heel bijzonder, na het eten ging die man voor in dankgebed. Aan het eind van de avond las Jan een gedeelte uit “de Levensbron” en hadden we daar een gesprek over. 

Enkel weken nadien ging Jan hen halen. Het was een warme zomermiddag. Nadat we gegeten hadden gingen we thee drinken. Ik had allerlei lekkernijen gemaakt en het was een heerlijke avond. We hadden de wereldkaart op tafel …ze wezen de plaatsen aan in hun land waar ze woonden en als kind gewoond hadden, etc. Wij zeiden dat ze altijd welkom waren, altijd vrij naar ons toe konden komen. Maar zei ik, “Ik heb normaal niet zoveel lekkers”. De vader zei, “In mijn land is het zo, iedereen is altijd welkom, maar soms doen we gauw wat water bij de soep”. “Oké”, zei ik, ‘we hebben elkaar begrepen”. Op een gegeven moment vroeg hij of Jan wilde bidden voor zijn zoon, schoondochter en voor hen als gezin en weer zei Jan, “Ja, maar ik bid in Jezus naam”. “Ja” zei hij, “ja natuurlijk!” 
Een hele tijd later werden we door Arash op een zondagmiddag gebeld. “Mevrouw Nellie, er is een wonder gebeurt “,zei hij , “God heeft uw gebed verhoort….mijn broer is vandaag thuis gekomen”. Sprakeloos luisterde ik…wat een wonder, hoe heerlijk. 
We sprongen gelijk in de auto en gingen er heen. 
Ik kende de moeder niet terug, ze straalde, vele zorgen waren van haar afgevallen. 
“Mevrouw Nellie, God heeft u gebed verhoord !“, juichte ze. De zoon was heel mager en zag er ellendig, troosteloos en diep vermoeid uit. We hebben samen deze vreugde gedeeld en met elkaar heeft Jan gebeden en de zorgen om zijn vrouw bij de Heere neergelegd. Ook werden we voor de volgende zondag uitgenodigd om een dankmaaltijd te hebben om God te danken voor de komst van zijn zoon. Vaak hebben we ons verbaasd hoe deze familie leefde.

Op een dag was ik er weer. Het was bevrijdingsdag.
Arash stond voor me en zei: “Mevrouw Nellie, hoe komt het toch dat jullie weer omgang met de Duitsers hebben? Ik kan dit niet begrijpen, ze hebben jullie zoveel ellende aan gedaan, in mijn land ben ik opgegroeid met, oog om oog, tand om tand”. 
Zijn vader stond midden in de kamer en keek door het raam naar buiten….de bomen waren in de verte vol bloesem, een prachtige stille avond…peinzend zei hij….: ”Ik denk dat het komt omdat Jezus gezegd heeft, als iemand je op de rechter wang slaat, keer hem dan ook de linker toe”. “Precies”, zei ik, “daar ligt het geheim”. 
Regelmatig vertelde de moeder me dat er familieleden in Nederland aan gekomen waren. Maar een broer met verschillende meisjes nog steeds niet, diepe wolken overschaduwden haar gezicht als ze er over sprak. Ze kon , na de komst van haar oudste zoon, nu ook naar de taalschool om Nederlands te leren. Op een zondagmiddag belde zij ons voor het eerst op, ze was met de taal zover dat ze me het grote nieuws zelf wilde vertellen,. “Mevrouw Nellie, mijn schoondochter is gekomen…God heeft uw gebeden verhoord. En we hebben een kleindochtertje, Lisa is haar naam. Ze is twee jaar”. Ik ging er gelijk heen, wat een wonder, wat een vreugde. Zag David er nog zo jong uit? Kon hij zo stralen? Het was of dit geluk alle zorgen van zijn gezicht had weg gewreven. Zijn vrouw was stil, maar heel gelukkig….

Ik hoorde hoe ze heel alleen op een kamertje in Moskou haar kindje had gekregen. Geen hulp, geen geld…Het was een traumatische tijd voor haar geweest. Lisa groeide op zonder goede voeding en vitaminen, haar tandjes waren rot... Haar haren hadden die vreemde, bruine kleur die kleine kindertjes vaak hebben, die echt ziek zijn. Tot groot verdriet van Oma wilde ze geen melk producten gebruiken, had ze nooit geproefd, wilde maar enkele dingen eten. 
Ik heb met deze familie God gedankt, het was zo’n ongelooflijk wonder, ze waren weer allemaal bij elkaar. Ik had een prachtige Russische kinderbijbel en omdat ze vloeiend Russisch sprak heb ik haar die gegeven, God weet of ze er in gaan lezen is…
Al snel had de vader een baan en later kreeg de moeder werk in een bejaardenhuis. David en zijn vrouw kregen ook werk en een eigen huis. 
Helaas zijn we elkaar toch uit het oog verloren, door onze verhuizing en het werk in Peru. Maar deze mensen kan ik nooit vergeten. Het is zo verrijkend om met andere culturen om te gaan, maar ook om liefde aan andere mensen te geven, in hun zorgen te delen, hun liefde te proeven en hen dan over Jezus te vertellen.