ADORACION IN DE BERGEN 

Lieve allemaal,

Ik wil schrijven aan u met een hart vol, boordevol liefde voor de sloebers hier in de bergen. Wat is het toch een handvol ellende, kommer, verdriet en pijn. Wat is het vreselijk om zo arm te zijn... In onze ogen arm. Maar aan de andere kant hebben ze een heleboel dingen waar wij jaloers op kunnen zijn.

Hun kennis is op een laag niveau. De meeste van de kleine honderd deelnmers aan de cursus zijn voorgangers van Pinkstergemeenten. We zoeken met elkaar de waarheden van Gods woord. Soms snak ik er naar om dat ook te kunnen doen met onze mensen in Nederland. Wat moeten wij toch veel missen in ons kleinburgelijk landje.

Vandaag staat de hele dag in het teken van wedergeboorte en bekering. Die twee dingen tegenover elkaar en naast elkaar. De kant van God en de kant van ons. Of met andere woorden: Wat God doet en waartoe God ons in staat stelt door de wedergeboorte. Zoals we dat hier nu opzoeken in de Bijbel, dan gaan er rillingen over je rug van blijdschap. Dan gaat je hartdansen van vreugde.

Dat hadden deze mensen vanmorgen ook. Ze waren zo blij met het uiteenzetten van deze lessen. Ze lieten hun lijflied horen. Ik heb het voor u opgenomen. Dt zingen ze in de kerk; als een gebed. Jezus stierf voor mij. Maar die oude dominee zei: "We zingen het ook als we met een stuk of vijf mensen op ons akkertje werken. Het was hartverwarmend en vertederend om die verweerde koppen met dichte ogen te zien en te horen zingen. Wat een overgave, wat een eerbied en wat een blijdschap dat dit hier op vier en een half duizend met gebeurd.

En wat een wonder dat je daar bij betrokken mag zijn. Ik zeg het nog maar een keer: Ik heb alweer bijgetekend.

 Het woeste veld vangt zelfs de droppen

Zijn weide blijft niet droog,

De heuvels steken blijde toppen 

met lachend groen omhoog.

 Zo mocht ik het vanmorgen zien. Lachend groen. Stralende oogst voor mijn Koning. Wat zal dat straks toch heerlijk zijn als Hij terugkomt. Als Hij dan als de grote Koning de schare zal overzien. Dan zullen ze daar staan, de arme, berooide, onbegrepen bergmensen. Nu door velen aangezien voor dom en vies. Terwijl ze in hun wereld heel kundige mensen zijn. Probeer het maar eens om te leven op een hoogte van 5000 meter of meer! Zij kunnen het en telen er zelfs hun gewassen!

En dan vraag je: Waarom wonen jullie toch hier? Eén gaf me als antwoord: "Ja.... waarom?... Mijn Opa woonde hie ook al". Dat was zijn enige motief. Een ander zei het op heel andere manier: "Dit plekje heeft God ons gegeven, hier mogen we leven en God groot maken". Dat is dan weer zo'n heerlijke vrucht van het Evangelie; God groot maken op het plekje dat Hij me geeft! Doen wij dat ook? Doe ik dat ook?

Dan mag je dat hier doen in een arme en verbroken wereld waar je bij de geringsten hoort, maar straks, als de Koning komt, dan mag dat hier aangeleerde lied, in volle glorie voor de troon van de Koning aan de glazen zee worden gezongen.

En ze zullen in volledige overgave eeuwig mogen zingen tot eer en glorie van Hem Die hen kocht met Zijn bloed.

 Hartelijke groeten en Gods zegen

 Jan Van Dooijeweert

  p.s. Adoracion is het Spaanse woord voor aanbidding